Ga naar hoofdinhoud

EEN BIJBELSTUDIE VAN FRANK OUWENEEL: “ZONDE EN DOOD” (Deel 4)

HET DIREKTE GEVOLG VAN DE ZONDEVAL

De ongehoorzaamheid van het eerste mensenpaar had ogenblikkelijk 3 konsekwenties:

1)  Gen. 3 : 22:

God zeide: Nu heeft de mens kennis van goed en kwaad.

Vóór hun zondige daad kenden Adam en Eva niet het verschil tussen goed en kwaad. Immers alles was volmaakt gelukkig en in perfecte harmonie. Alles was alleen maar “goed”.
Doordat ze God (dé personificatie van “goed”) door hun ongehoorzaamheid de rug hadden toegekeerd, kwamen zij linea recta onder het gezag van satan (dé personificatie van “kwaad”). 

2)  Gen. 3 : 7:

De ogen van de mensen werden geopend en zij bemerkten dat zij naakt waren.

Vóór hun zondige daad kenden Adam en Eva geen schaamte. Immers alles was volmaakt gelukkig en in perfecte harmonie.
Doordat ze gezondigd hadden ontstond er een afstand, een kloof, tussen de eerste man en zijn vrouw; het was gedaan met hun spontane en ongekunstelde relatie. Bovendien bemerkten ze een grote leegte in hun leven; uit een wanhopige behoefte aan veiligheid en bescherming maakten zij voor zichzelf bladerschorten.

Wat een verdriet allemaal !

3) Gen. 2 : 17:

God sprak tot de mens: Als gij van de boom eet zult gij sterven.

God had Adam en Eva dus gewaarschuwd.
Als wij willen weten wanneer en waarom de dood in de wereld is gekomen, dan vinden we hier het antwoord. Dood heeft alles te maken met zonde; als de eerste mens niet gezondigd had dan zou er geen dood op deze aarde zijn geweest.

Het loon van de zonde is de dood.  (Rom. 6 : 23)

Een van de gevolgen van het besluit van de eerste mens te kiezen voor satan is: de dood. Daarom zegt Hebr. 2 : 14:

De duivel had de macht over de dood.

Het was hem gelukt de mens te verleiden. Wat zal hij overgelukkig geweest zijn; hij dacht misschien zelfs dat hij het van de levende God gewonnen had toen hij de dood in de wereld bracht.

Gen. 3 : 23 en 24 maakt bikkelhard melding van het einde van alle vreugde en…..van de onoverbrugbare kloof die tussen mensen en God was ontstaan:

Toen zond de Here God hem weg uit de hof van Eden;
en Hij verdreef de mens en Hij stelde ten oosten van de hof van Eden
de cherubs met een flikkerend zwaard.

Ef. 2 : 1 zegt dat vanaf dat moment de relatie tussen de zondige mens en een heilig God zou worden gekenmerkt door de dood:

Dood in zonden en misdaden.

Reeds in Gen. 4 : 8 wordt het gevolg van de zonde, de dood, werkelijkheid:

Kaïn stond tegen zijn broeder op en doodde hem.

En Gen. 5 somt een hele waslijst van mensen op, en voegt aan elke naam toe: “en hij stierf”. 

(wordt vervolgd)

meer informatie:
https://www.frankouweneel.nl

Dit bericht heeft 0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *