Ga naar hoofdinhoud

EEN BIJBELSTUDIE VAN FRANK OUWENEEL: “VREDE, VRIJHEID EN GENADE” (Deel 2)

DE MENS IN OORLOG MET GOD

Er staat in Rom. 8 : 7:

De gezindheid van de mens is vijandschap tegen God; want het onderwerpt zich niet aan de wet Gods.

Alle mensen, dat wil zeggen diegenen die de Here Jezus niet kennen, zijn in oorlog met God. Er is vijandschap tussen de mens en God: er is tussen de mens van nature en God dus “geen vrede”.
In Job 3 : 26 spreekt die natuurlijke mens:

Ik heb geen vrede.

De vijandschap tussen de mens en God is groot: daarom beschikt de mens niet over het vermogen in vrede te leven. En daarom zal de mensheid non-stop van de ene oorlog in de andere terechtkomen en is ongeluk en verdriet het lot van het grootste gedeelte van de wereldbevolking.

Maar…..
…..Ef. 2 : 13 t/m 17 vertelt ons geweldig nieuws:

In Christus Jezus zijt gij, die eertijds veraf waart, dichtbij gekomen door het bloed van Christus. Want Hij is onze vrede, die de twee één heeft gemaakt en de tussenmuur, die scheiding maakte, de vijandschap, weggebroken heeft, doordat Hij in zijn vlees de wet der geboden, in inzettingen bestaande, buiten werking gesteld heeft, om in Zichzelf, vrede makende, de twee tot één nieuwe mens te scheppen, en de twee, tot één lichaam verbonden, weder met God te verzoenen door het kruis, waaraan Hij de vijandschap gedood heeft. En bij zijn komst heeft Hij vrede verkondigd aan u, die veraf waart, en vrede aan hen, die dichtbij waren.

Wat een mooie zin: “Jezus heeft vrede verkondigd”.
Laten we die vrede, die de Here Jezus heeft aangebracht, eens nader bestuderen.

Om dat goed te kunnen begrijpen moet u eerst iets meer weten van de oorlog, van de vijandschap tussen de mensen en God.

Toen God de mens had geschapen was alles perfect. De mens en God waren geen vijanden, zij waren vrienden. Er was tussen hen een open verbinding. Er was echter een belangrijk niveau-verschil: God was de Schepper en de mens was het schepsel.
Het schepsel moest de Schepper dus onderdanig zijn: gehoorzamen.
En dat heeft het eerste mensenpaar niet gedaan. De mens koos ervoor om God ongehoorzaam te zijn. Zij wensten met God geen rekening te houden; zij luisterden liever naar de satan.
Feitelijk heeft de mens in Gen. 3 tegen God gezegd: “wij doen het liever zonder U”. Dat kwalificeert de Bijbel als: “zonde”.

De Bijbel noemt het “zonde” als een mens besluit met God geen rekening te houden. En dat haat God. God haat ongehoorzaamheid. Daarom heeft God de eerste mens dan ook uit het paradijs weggestuurd.

En nu komt het:
voortaan waren God en de mens vijanden.

En als gevolg daarvan is het hele mensdom Gods vijand.
Rom. 5 : 12, 18 en 19 zegt dat zo:

Zoals door één mens de zonde de wereld is binnengekomen en door de zonde de dood, zo is ook de dood tot alle mensen doorgegaan, omdat allen gezondigd hebben.
Door één daad van overtreding is het voor alle mensen tot veroordeling gekomen.
Door de ongehoorzaamheid van één mens zijn zeer velen zondaren geworden.

En daarom staat er in Rom. 8 : 7:

De gezindheid van de mens is vijandschap tegen God; want het onderwerpt zich niet aan de wet Gods.

1 Joh. 3 : 4 legt dat verder uit:

De zonde is de wetteloosheid.

Wette-loos.
‘Zonde’ is dus: ‘geen wet hebben’ oftewel ‘geen gezag van boven erkennen’.
‘Zonde’ betekent dus: “God, ik heb met u helemaal niets te maken”.

‘Zonde’ is doen alsof God er niet is.

Er staat in Job 33 : 10:

God weet reden tot vijandschap tegen mij te vinden.

En wat is de reden dat er vijandschap is tussen God en mens ? Dat is die zonde.
Je ziet dat ook allemaal duidelijk om je heen: de meeste mensen willen God niet en willen zonder God leven.
‘Zonder God’; in goed Nederlands heet dat: godde-loos.

En nu komt de kern van de problematiek: in Jes. 57 : 21 staat:

De goddelozen, zegt mijn God, hebben geen vrede.

Ziet u, daar zit de kneep.

Degenen die zonder God wandelen bezitten de vrede niet; zij kunnen, zoals gezegd, uit zichzelf niet voor vrede zorgen. Daarom zal het op deze wereld, totdat de Here Jezus Zijn Vrederijk sticht, oorlog zijn. En het zal steeds erger worden. Daarom is het hier op aarde zo beroerd. En Rom. 2 : 12 leert dat het onvermijdelijke gevolg zal zijn dat alle mensen, die als goddelozen voortleven, verloren zullen gaan:

Allen die zonder wet (God) gezondigd hebben, zullen verloren gaan.

Want zij die geen vrede hebben lijden niet alleen een ellendig leven, zij zullen uiteindelijk door God geoordeeld worden, want er is vijandschap. Er is vijandschap tussen de mens en God. En de zonde, die die vijandschap veroorzaakt, moet worden geoordeeld.

Maar…..
…..God is een God van genade.

In Jer. 29 : 11 staat:

Ik weet, welke gedachten Ik over u koester, luidt het woord des Heren, gedachten van vrede en niet van onheil, om u een hoopvolle toekomst te geven.

Mooi hè.
God zegt tegen de wereldburger: “Wil jij een hoopvolle toekomst ? Wil je een einde aan de vijandschap tussen jou en mij ? Wil je vrede met mij ? Wil je redding van het oordeel ?”.
En de God van liefde voegt er aan toe: “Dat wil ik ook graag !”.

“Maar”, zegt God, “Ik ben heilig; dat zonde-probleem dat tussen jou en mij staat, moet eerst opgelost worden. Eerst moeten wij een eind maken aan de reden van onze vijandschap”.

En eigenlijk zou elk mens met God in gevecht moeten. Eigenlijk zou elk mens met God in duel moeten gaan om dat zonde-probleem eruit te persen. Want geen zonde kan zonder straf. De heilige God kán nu eenmaal niet zeggen: “Ik zie al die zonde wel door de vingers…..”.
God zegt eigenlijk tegen de mens: “Wil je vrede met Mij ? Kom maar op, want Ik ben vol liefde; maar…..we zullen eerst dat oordeel moeten uitvechten want Ik ben ook een God van gerechtigheid”.

Zouden wij die strijd met God hebben kunnen voeren ?

Nee, geen mens zou dat gevecht aankunnen: de mens is zwak en zondig, Gods oordeel is veel te zwaar waardoor de mens de strijd absoluut zou verliezen; hij zou vijand blijven en voor eeuwig verloren gaan.

In bepaalde kerkgenootschappen in ons land bevinden zich vele oprechte mensen die trouwer de Bijbel lezen dan u en ik, die trouwer naar de kerk gaan dan u en ik en die toch nog midden in dat ‘gevecht’ zitten, die bij wijze van spreken al 30 jaar met God ‘vechten’ en het dagelijks uitschreeuwen: “o, mijn zonden, o, mijn zonden, o, God, wat is die vijandschap groot !”
En wat levert hun dat vechten op ? Verdriet. Wat geeft dat vechten een onzekerheid, een angst voor God. Nooit blijdschap, altijd knagende onzekerheid. Ik heb met velen van hen uren, vaak vruchteloos, gesproken; ik heb erom gehuild.
Er zijn duizenden in ons kleine landje die werkelijk met God vechten om vrede met Hem te verkrijgen, om die toestand van vijandschap te beëindigen. Het lukt niet.

Hoe lukt het dan wél ?

God Zélf heeft voor de oplossing gezorgd.

(wordt vervolgd)

meer informatie:
https://www.frankouweneel.nl