INLEIDING Er is bijna geen mens op deze aarde die niet geïnteresseerd is in de…
EEN BIJBELSTUDIE VAN FRANK OUWENEEL: “VREDE, VRIJHEID EN GENADE” (Deel 14)
ER IS VOOR GODS GENADE EEN PRIJS BETAALD
De Here Jezus was uit liefde bereid álles te doen om zondige mensen in aanraking te brengen met Gods genade.
2 Kor. 8 : 9 vertelt ons dat dat betekende dat Jezus zou moeten betalen met de prijs van Zijn eigen leven:
Gij kent de genade van onze Here Jezus Christus, dat Hij om uwentwil arm is geworden, terwijl Hij rijk was, opdat gij door zijn armoede rijk zoudt worden.
De Here Jezus heeft alles wat Hij was en bezat “ingeleverd” om ons Gods genade te kunnen schenken.
In schaduwbeeld vinden we dat heel duidelijk voorgesteld in het Oude Testament, in de figuur van Mozes.
Nadat het volk Israël had gezondigd en God Zijn boosheid met alle kracht over hen wilde uitstorten, sprong Mozes voor het volk in de bres.
En toen Mozes tussen het volk en God in stond, heeft God al Zijn boosheid op hem laten terechtkomen; al Zijn woede over het volk Israël legde God op Mozes.
En Mozes heeft dat heel intens gevoeld; we kunnen zijn angstschreeuw lezen in Num. 11 : 11:
Mozes sprak tot God: Waarom behandelt Gij mij slecht en waarom heb ik geen genade gevonden in uw ogen, dat Gij de last van dit gehele volk op mij legt.
Precies zo is het gegaan met de Here Jezus.
Nadat overduidelijk vast was komen te staan dat God vanwege onze zonde Zijn boosheid met alle kracht over ons zou moeten uitstorten, is Jezus voor ons in de bres gesprongen.
En toen Jezus tussen ons en God in stond, heeft God al Zijn boosheid op Hem laten terechtkomen; al Zijn woede over ons legde God op Zijn Zoon Jezus Christus.
We zagen eerder dat Gods genade uitgaat naar álle mensen; het volgende zeg ik met zeer grote eerbied: er is op deze aarde maar één Mens geweest voor Wie
God…..
…..géén genade had.
Die ene Mens was…..
…..de Here Jezus.
Toen Jezus op het kruis hing was er voor Hem geen millimeter genade: ál Gods boosheid over ónze zonde daalde in álle hevigheid op Hém neer.
Jes. 53 : 4 – 6 en 8 beschrijft dat heel confronterend:
Onze ziekten heeft hij op zich genomen, en onze smarten gedragen; wij echter hielden hem voor een geplaagde, een door God geslagene en verdrukte. Om onze overtredingen werd hij doorboord, om onze ongerechtigheden verbrijzeld; de straf die ons de vrede aanbrengt, was op hem. De Here heeft ons aller ongerechtigheid op hem doen neerkomen. Om de overtreding van mijn volk is de plaag op hem geweest.
En evenals Mozes moet de Here Jezus het op het kruis hebben uitgeschreeuwd:
Waarom behandelt Gij mij slecht en waarom heb ik geen genade gevonden in uw ogen, dat Gij de last van dit gehele volk op mij legt,
want profetisch “klaagt” Jezus in Klaagl. 1 : 12 – 14:
Raakt het u niet, gij allen die voorbijgaat ?
Aanschouwt en ziet, of er een smart is als de smart die mij werd aangedaan, waarmee de Here mij in moeite dompelde ten dage van zijn brandende toorn.
En door de woorden van de psalmist heen laat de Here Jezus blijken hoe erg Hij lijdt onder de slaande hand van God Die met Jezus absoluut géén genade had:
Ik ben ellendig, ik bezwijk.
Het is mij bang te moede. Mijn gebeente gloeit als een vuurhaard, mijn hart is verzengd.
Vanwege mijn luide zuchten kleeft mijn gebeente aan mijn vlees;
ik eet as vanwege uw toorn en uw verbolgenheid. (Ps. 102 : 1 – 11)
Op. 5 : 9 spreekt van onze eeuwige aanbidding voor Hem:
Zij zongen een nieuw gezang, zeggende: Gij zijt geslacht en Gij hebt hen voor God gekocht met uw bloed.
Paulus roept het uit in 1 Kor. 6 : 20:
Gij zijt voor een dure prijs gekocht.
(wordt vervolgd)
meer informatie:
https://www.frankouweneel.nl