Ga naar hoofdinhoud

EEN BIJBELSTUDIE VAN FRANK OUWENEEL: “VREDE, VRIJHEID EN GENADE” (Deel 3)

VREDE DOOR JEZUS CHRISTUS

We vinden in Joh. 3 : 16:

Alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft.

God heeft Zijn liefde voor deze wereld bewezen door Zijn Zoon naar de aarde te zenden. Zijn Zoon Jezus Christus zou, eveneens uit liefde, vrijwillig alles in orde gaan maken.

Er is een heel mooi lied dat zegt: “Welk een Vriend is onze Jezus…..Die in onze plaats wou staan”.

We zagen in Ef. 2 : 17:

Bij zijn komst heeft Jezus vrede verkondigd.

En in Ef. 2 : 15 iets heel bijzonders:

Jezus heeft vrede gemaakt.

Gemáákt.
Want die vrede bestond niet.

De Here Jezus heeft op het Kruis van Golgotha, ik zal u dat straks nader uitleggen, vrede gemáákt.
Tót aan het Kruis van Golgotha was er alleen maar vijandschap tussen God en mens.
Wat was er in het liefdevolle hart van de Here Jezus toen Hij naar de aarde kwam ? Hij had het verlorene lief, daarom bleef Hij niet in de hemel maar ging Hij naar het verlorene toe met een voornemen waarvoor wij Hem eeuwig zullen aanbidden. Over dit voornemen kan ik alleen maar met de grootste eerbied spreken: de Here Jezus overwoog in Zijn hart: “als Ik op aarde ben zal Ik tegen God zeggen: “geef Mij maar de schuld, leg al Uw boosheid en al Uw vijandschap maar op Mij. Maak Mij maar de oorzaak van alle vijandschap”.

Jezus Christus ging in ónze plaats staan.

Wij waren vijanden van God. Maar de Here Jezus ging in onze plaats staan.

Toen…..
…..werd Hij de vijand van God.

Van de zwakte van het volgende voorbeeld ben ik me goed bewust, toch wil ik het noemen: ik kan me nog herinneren dat ik op de lagere school iets onbehoorlijks had gedaan en bijna de hele klas over me heen kreeg. De mede-leerlingen stonden op het punt al hun boosheid op mij los te laten. Toen kwam mijn vijf jaar oudere broer Hans die alles had gezien. Hij trok mij weg, ging in mijn plaats staan en riep tegen de ziedende jongens: “doe maar alsof ik het gedaan heb, ik ben jullie vijand”. En al hun woede hebben ze op mijn broer gekoeld; ik ging vrijuit.

De Here Jezus heeft een geweldige prijs betaald.
En het volgende spreek ik ook weer met diepe eerbied uit: God heeft gezegd tot Zijn Zoon: “als Jij de plaats inneemt van de zondige mens, dan ben Jij Mijn vijand en dan heb Ik oorlog met Jou”.
In Job 19 : 11 spreekt de Here Jezus door Job heen:

God heeft zijn toorn tegen mij doen ontbranden en mij als zijn vijand beschouwd.

Daarom staat er ook in 2 Kor. 5 : 21:

Christus, die geen zonde gekend heeft , heeft God voor ons tot zonde gemaakt.

En in Jes. 53 : 10 staat:

God maakte Hem ziek.

De Here Jezus was niet behept met de vreselijk zonde-ziekte, God máákte Hem ziek want de Here Jezus ging in uw en mijn plaats staan. Jezus Christus heeft de zonde niet gekend en niet gedaan, toch heeft God al Zijn boosheid over de zonde op de Plaatsvervanger doen terechtkomen. De Here Jezus is in een vreselijke strijd geweest. In Klaagl. 2 : 4 zegt Hij door de mond van schrijver Jeremia:

God heeft zijn boog tegen mij gespannen, ik ben zijn vijand.

“Welk een Vriend is onze Jezus….. …..
Die in onze plaats wou staan”.

In Jes. 53 : 4, 6, 7 en 10 vinden wij Zijn oorlog op Golgotha beschreven:

Hij (Jezus) was een door God geslagene. God heeft ons aller ongerechtigheid op hem doen neerkomen. Hij werd mishandeld, het behaagde God hem te verbrijzelen, Hij maakte hem ziek.

Teneinde echte vrede te bewerkstelligen, teneinde een einde te maken aan de vijandschap.

Die zin: “God maakte hem ziek”. De hebreeuwse grondtekst van het Oude Testament geeft voor ‘ziek maken’: ‘pijnigen’, ‘verwonden’, ‘uitputten’, ‘verdriet doen’. Ja, de Here Jezus was Gods vijand doordat Hij in uw en mijn plaats ging staan en God heeft hem ook als zodanig beschouwd en daarom staat er ook in Jes. 53: “Hij was een door God geslagene”. Alle boosheid, die God over de zonde had, heeft Hij losgelaten op de Here Jezus. “Hij werd mishandeld” zegt Jes. 53.

En dan vinden we zo’n merkwaardige zin: “Het behaagde God hem te verbrijzelen”. Het hebreeuwse woord voor ‘behagen’ komt in het Oude Testament veel voor en het betekent eigenlijk het volgende: < als God behagen had in iemand, dan had God er ook behagen in om hem te zegenen; had God geen behagen in iemand dan had God er behagen in om hem te straffen >.
Dat laatste is gebeurd met de Here Jezus. Doordat de Here Jezus onze plaats innam, werd Hij, zoals gezegd, Gods vijand. Daarom had God geen behagen in Hem en ‘behaagde’ het God Hem te straffen. Dat “speelde” God niet; Hij gevoelde het werkelijk zo en ik zeg het opnieuw eerbiedig: op het moment dat God Zijn Zoon “tot zonde maakte” was Zijn Zoon de vertegenwoordiging van alle vijandschap van de mensen.

“Welk een Vriend is onze Jezus…..
…..Die in onze plaats wou staan”.

Jes. 53 zegt: “God heeft onze ongerechtigheid op Hem doen neerkomen”. Alle boosheid van God, in haar volle hevigheid, is op Hem terechtgekomen.
En God heeft hem geslagen in een verschrikkelijke strijd.
Geslagen.
Zó boos was God over de vijandschap met u en met mij en met de hele wereld.

In schaduwbeeld vinden we dit heel duidelijk voorgesteld in het Oude Testament, in Gen. 32 : 22 t/m 25:

Toen stond hij (Jakob) in die nacht op, nam zijn beide vrouwen, zijn beide slavinnen en zijn elf zonen, en trok de doorwaadbare plaats van de Jabbok over; hij nam hen en deed hen de beek overtrekken, en hij bracht alles wat hij had naar de overzijde. Zo bleef Jakob alleen achter.
En een man worstelde met hem, totdat de dag aanbrak. Toen deze zag, dat hij hem niet overmocht, sloeg hij hem op zijn heupgewricht, zodat Jakobs heupgewricht ontwricht werd, terwijl hij met hem worstelde.

Een opmerkelijk zinnetje: “Zo bleef Jacob alleen achter en een Man worstelde met hem tot de dag aanbrak”.

Jakob is hier een type van de Here Jezus, en de “Man die met hem worstelde” is een type van de heilige God. Jakob was moederziel alleen in de nacht: hier zien we de Here Jezus alleen op het Kruis in de drie uren van duisternis.

In Ps. 102 : 1 – 11 en in Job 16 : 9 – 17 gunt de Bijbel ons een profetische blik in de gevoelens van de Here Jezus gedurende die vreselijke uren:

Een gebed van een ellendige wanneer hij bezwijkt: mijn dagen verdwijnen als rook, mijn gebeente gloeit als een vuurhaard, mijn hart is verzengd en verdord als gras. Vanwege mijn luide zuchten kleeft mijn gebeente aan mijn vlees; ik gelijk op een eenzame vogel op het dak. Mijn vijanden smaden mij de ganse dag, wie tegen mij razen, gebruiken mijn naam als vloek.
Ik eet as als brood en vermeng mijn drank met tranen vanwege Gods toorn en verbolgenheid, omdat Hij mij heeft opgenomen en neergeworpen.
Gods toorn verscheurt en bestookt mij, Hij knerst met zijn tanden tegen mij, mijn Tegenstander scherpt zijn ogen tegen mij. Ik leefde in vrede, maar Hij schrikte mij op; Hij greep mij bij de nek en wierp mij ter aarde, stelde Zich mij ten doelwit. Talrijke schichten vliegen om mij heen, meedogenloos doorboort Hij mijn nieren, Hij stort mijn gal ter aarde uit. Met breuk op breuk verbreekt Hij mij, Hij snelt op mij af als een krijgsheld. Mijn aangezicht is rood van wenen, over mijn oogleden ligt diepe duisternis, hoewel geen gewelddaad aan mijn handen kleeft, en mijn gebed rein is.

God heeft Jezus geslagen, God heeft Hem “bij de nek gegrepen en ter aarde neergeworpen”, God heeft Hem “meedogenloos de nieren doorboord”, God heeft Hem “met breuk op breuk verbroken”…..en Jezus heeft geschreeuwd van pijn.

En God heeft Hem láten schreeuwen.
In Ps. 102 : 3 roept de Here Jezus bij monde van de psalmist uit:

Verberg uw aangezicht niet voor mij ten dage dat het mij bang te moede is; neig uw oor tot mij ten dage dat ik roep, antwoord mij haastelijk.

En in Ps. 22 : 2 en 3:

Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten, verre zijnde van mijn verlossing, bij de woorden van mijn jammerklacht ?
Mijn God, ik roep des daags en Gij antwoordt niet, en des nachts en ik kom niet tot stilte.

Wat heeft de Here Jezus geleden !

“Welk een Vriend is onze Jezus…..
…..Die in onze plaats wou staan”.

Ja, de Here Jezus was Gods vijand. God was in oorlog met Zijn vijand.

In een oorlog in deze wereld zijn er minstens twee kampen; in Gen. 32 : 24 staat: “Zo bleef Jakob alleen achter en een Man worstelde met hem totdat de dag aanbrak”.
Ziet u dat ? “Een Man worstelde met hem”; éénzijdig.
Zo was het op het Kruis: God sloeg Hém.
En heeft de Here Jezus teruggeslagen ? Heeft Hij teruggevochten ?
In Jes. 53 : 7 staat:

Hij werd mishandeld maar hij liet zich verdrukken en hij deed zijn mond niet open. Als een lam dat ter slachting geleid wordt en als een schaap dat stom is voor zijn scheerders zo deed hij zijn mond niet open.

En in 1 Petr. 2 : 23:

Jezus Die, als hij leed, niet dreigde.

God heeft met Hem gevochten en alle vijandschap, die God had jegens de mensheid, is op Hem terecht gekomen waardoor de Here Jezus vreselijk heeft geleden.

Ik hoop van harte dat u toch vooral niet denkt: “ach, de Here Jezus die alles draagt door het woord van Zijn kracht, zal dat wel even gedaan hebben”. Ik zeg dat met grote eerbied.

In Ps. 69 : 4 en 5 spreekt Jezus door David heen:

Ik ben moede van mijn roepen, mijn keel is hees, talrijker dan de haren van mijn hoofd zijn mijn vijanden; wat ik niet geroofd heb moet ik toch terug geven.

En dat lijden was aan Hem duidelijk zichtbaar. Daarom heeft God het donker gemaakt zodat niemand het zou kunnen zien.
Maar als je in die duisternis dichtbij het Kruis had kunnen staan, dan had je kunnen zien wat Jesaja zegt in hoofdstuk 52 : 14:

Velen hebben zich over u ontzet, zozeer misvormd, niet meer menselijk was zijn verschijning.

En in Ps. 22 : 7 zegt de Here Jezus:

Ik ben een worm en geen mens.

In Fil. 2 vanaf vers 6 kunnen we lezen van het wonder dat de Here Jezus mens is geworden. Daar denken we vooral met Kerst aan. Maar het lijden aan het Kruis was zó erg dat Hij zelfs niet meer op een mens heeft geleken…..
Jes. 52 : 14 zegt het: “…..niet meer menselijk was Zijn verschijning…..”

Zó heeft de Here Jezus geleden.

“Welk een Vriend is onze Jezus…..
…..Die in onze plaats wou staan”.

Dan vinden we iets heel moois in Gen. 32 : 25: die Man (God) die met Jakob (de Here Jezus) vocht zag dat hij Jakob niet “overmocht”.
De Here Jezus is op het Kruis door God geslagen en heeft alle boosheid van God ondergaan. Maar de Here Jezus is er niet onderdoor gegaan: Hij was Gods eniggeboren Zoon, Hij was de Volmaakt Reine en Heilige. En ofschoon Gods oordeel Hem keihard heeft getroffen, kon het oordeel Hem niet verteren.
Jezus was zondeloos en volmaakt; God kon het, om zo te zeggen, niet van Hem winnen. God heeft Hem niet “overmocht”.
Sterker nog: de Here Jezus is doorgegaan en Hij heeft uitgeroepen: “Het is volbracht”.
Machtig hè.
En toen de Here Jezus uitriep: “Het is volbracht”, betekende dat dat Hij Gods boosheid tot op de laatste millimeter op Zijn schouders had gekregen.

Jezus was een door God geslagene. En toen de Hij de laatste slag in Zijn gezicht had gekregen, sprak Hij uit: “Het is volbracht”.

En nu komt het:
die woorden “Het is volbracht” hebben enorme gevolgen.

Een van de gevolgen: échte vrede.
Weet u hoe ik dat weet ?

Jes. 53 : 5:

De straf DIE ONS DE VREDE AANBRENGT, was op Hem.

Halleluja !

(wordt vervolgd)

meer informatie:
https://www.frankouweneel.nl