Ga naar hoofdinhoud

EEN BIJBELSTUDIE VAN FRANK OUWENEEL: “ZONDE EN DOOD” (Deel 1)

Frank Ouweneel zegt: “Eén daad van ongehoorzaamheid aan God heeft enorme gevolgen. Dat is het tragische verhaal van de zondeval van Adam en Eva, het door God geschapen eerste mensenpaar. Ze leefden in de prachtige Hof van Eden, in volmaakte harmonie met God en met elkaar.
Deze studie beschrijft het dramatische moment waarop de satan de vrouw wist te verleiden niet naar God te luisteren en Hem de rug toe te keren, waardoor al haar afstammelingen deel kregen aan schaamte, angst, wanhoop, ziekte en pijn. Nog steeds wordt de mens in deze gebroken schepping onvermijdelijk met de consequenties geconfronteerd: zonde, dood en het komende eeuwige oordeel. Het einde van deze studie laat zien dat God in Zijn liefde en wijsheid Zelf zorgde voor een oplossing van alle verschrikkelijke zonde-gevolgen; Het Offer van Zijn Zoon Jezus Christus, het Lam Gods dat de zonde der wereld wegneemt.”

INLEIDING        

Als we beter willen begrijpen wat de draagwijdte is van Jezus’ woorden “Het is volbracht”, dan zal ons eerst duidelijk moeten zijn wat zonde precies is en wat er de reden van is dat de dood in de wereld is gekomen.

Er is een tijd geweest dat er op deze aarde geen zonde was. Op een gegeven moment is de mens echter aan God ongehoorzaam geworden (zonde is: ongehoorzaamheid aan God). God had de mens voor de verschrikkelijke gevolgen van het zondigen duidelijk gewaarschuwd; na de eerste ongehoorzame mensendaad heeft God dan ook onverwijld Zijn oordeel uitgesproken.
En dat dat oordeel vérstrekkend is blijkt uit het feit dat wij vandaag de dag nog steeds met de zonde-konsekwenties worden geconfronteerd.
Zó erg is de zonde in Gods ogen.
Vergeet nooit: God is een heilig God.

We zullen deze Studie beginnen met de uiteenzetting van het zonde-probleem en we zullen eindigen met de beschrijving van de heerlijke oplossing die God in Zijn grote genade heeft geboden.

Voor het verband herhalen we nog even kort wat we hebben besproken in eerdere Studies.

Gen. 1 : 1 vermeldt:

In den beginne schiep God de hemel en de aarde.

Het volgende vers zegt:

De aarde nu was woest en ledig, en duisternis lag op de vloed.  (Gen. 1 : 2)

In het Hebreeuws (de grondtekst van het Oude Testament) staat hier niet dat de aarde woest en ledig was, maar dat de aarde woest en ledig werd. Hier kan nooit God de hand in hebben gehad, immers Jes. 45 : 18 zegt:

God heeft de aarde niet tot een puinhoop geschapen.

Gen. 1 : 2 meldt eveneens dat er duisternis op aarde kwam. Ook de duisternis kán nooit van God afkomstig zijn, omdat duisternis totaal niet bij Hem past.

God is licht en in Hem is in het geheel geen duisternis.  (1 Joh. 1 : 5)

Wat is er dan gebeurd tussen Gen. 1 : 1 en Gen. 1 : 2 ?
Hoe komt het dat alles wat perfect wás ineens woest, ledig en duister wérd ?
We weten het: tussen de eerste twee Bijbelverzen is de satan (of: duivel) uit de hemel gestuurd.

Hoe zijt gij uit de hemel gevallen, gij morgenster, zoon van de dageraad; hoe zijt gij ter aarde geveld ! Gij overlegdet: Ik zal ten hemel opstijgen, boven de sterren Gods mijn troon oprichten en zetelen op de berg der samenkomst ver in het noorden; ik wil opstijgen boven de hoogten der wolken en mij aan de Allerhoogste gelijkstellen.  (Jes. 14 : 12 – 14)

Satan wilde als God zijn en kwam in opstand tegen God. Dat stond God absoluut niet toe, en omdat Hij de Enige God is heeft Hij de satan uit de hemel gestuurd. In zijn blinde woede daarover werd satan vanaf dat moment DE vijand van God en mensen. Zelfs aan het einde van de Bijbel, in het Boek Openbaring, kunnen we lezen:

De oude slang, die genaamd wordt duivel en satan, die de gehele wereld verleidt.  (Op. 12 : 9) Met de satan is alle ellende in de wereld gekomen. In de krant en op de televisie-journaals kunnen we dagelijks alle details van zijn praktijken waarnemen. Overaktief heeft hij in deze wereld alles en iedereen in zijn macht, ook de groten der aarde.

(wordt vervolgd)

meer informatie:
https://www.frankouweneel.nl