Ga naar hoofdinhoud

EEN BIJBELSTUDIE VAN FRANK OUWENEEL: “VREDE, VRIJHEID EN GENADE” (Deel 13)

HOE HEBBEN WIJ GODS GENADE LEREN KENNEN

Eerbiedig gezegd: God in de Hemel hield in Zijn heilige handen een geweldig grote “doos” vol genade. Juist omdat Hij zo heilig is kon God de mens die “doos” niet zomaar geven.

We zullen straks zien dat voor Gods genade op het kruis van Golgotha door de Here Jezus een hoge prijs zou moeten worden betaald.
Joh. 1 : 16 en 17 en Rom. 6 : 23 vertellen ons dat door Jezus Gods genade-stroom rijkelijk kon vloeien:

De wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn door Jezus Christus gekomen.
Uit Zijn volheid hebben wij allen ontvangen genade op genade.

De genade die God schenkt is het eeuwige leven in Christus Jezus onze Heer.

Opnieuw eerbiedig gezegd: toen Jezus naar de aarde kwam heeft Hij, om zo te zeggen, Gods genade – “doos” meegenomen.
En dat was ook heel duidelijk aan Jezus te merken; door alles wat Hij deed en sprak “galmden” de “klanken” van Gods genade:

Allen verwonderden zich over de woorden van genade, die van Jezus’ lippen kwamen.  (Luk. 4 : 22)

GODS GENADE IS VOOR EEN IEDER

O.a. Tit. 2 : 11, Ef. 3 : 8 en Rom. 3 : 23 t/m 25 melden de blijde boodschap dat Gods genade uitgaat naar álle mensen:

De genade Gods is verschenen, heilbrengend voor alle mensen.

Mij (Paulus), verreweg de geringste van alle heiligen, is deze genade te beurt gevallen.

Allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid van God, en worden om niet gerechtvaardigd uit zijn genade door de verlossing in Christus Jezus. Hem heeft God gesteld als zoenmiddel.

(wordt vervolgd)

meer informatie:
https://www.frankouweneel.nl