Ga naar hoofdinhoud

EEN BIJBELSTUDIE VAN FRANK OUWENEEL: “WEDERGEBOORTE, EEUWIG LEVEN, DE HEMEL EN DE EEUWIGHEID” (Deel 7)

DE HEMEL

Ps. 115 : 3 en Ps. 11 : 4 leren dat de Hemel de woonplaats van God is:

Onze God is in de hemel.

God woont in zijn heilig paleis, God heeft in de hemel zijn troon.

Verderop in deze Studie zullen we zien dat de gelovigen bij hun sterven nog niet direkt de Hemel binnengaan; tot de komst van Jezus zullen zij eerst (tijdelijk) verblijven in het paradijs.

Wie bevinden zich op dit moment wél in de Hemel ?

God.

Onze God is in de hemel.  (Ps. 115 : 3)

De engelen.

Er kwam een grote aardbeving, want een engel des Heren daalde uit de hemel neder en kwam nader.  (Matth. 28 : 2)

De Here Jezus.

Nadat Hij tot hen gesproken had, werd de Here Jezus opgenomen in de hemel en heeft Zich gezet aan de rechterhand Gods.  (Mark. 16 : 19)

In Joh. 14 : 1 t/m 3 heeft Jezus 2x beloftes gedaan:

1)  Hij zou in de Hemel voor ons plaats gaan bereiden

2)  Hij zou ons daarna komen halen zodat wij eeuwig zullen zijn waar Hij is

Daar moeten we dus nog even op wachten.

Tóch is er al een mens (zoals u en ik) ooit heel kort in de hemel geweest. Paulus zegt in 2 Kor. 12 : 2 en 4:

Ik weet van een mens in Christus, die weggevoerd werd tot in de derde hemel, en onuitsprekelijke woorden gehoord heeft; het is een mens niet geoorloofd deze woorden uit te spreken.

Die “derde hemel” is niet de Hemel waar wij straks zullen zijn, maar een soort voorportaal.
Als unieke en bijzondere dienstknecht van de Here heeft hij deze ervaring mogen meemaken. Van wat hem daar is overkomen bleef Paulus tot zijn dood onder de indruk; verderop in 2 Kor. 12 zegt hij in vers 7:

Opdat ik mij door de uitnemendheid van de openbaringen niet zou verheffen, is mij een scherpe doorn in het vlees gegeven.

(wordt vervolgd)

meer informatie:
https://www.frankouweneel.nl