Ga naar hoofdinhoud

EEN BIJBELSTUDIE VAN FRANK OUWENEEL: “WEDERGEBOORTE, EEUWIG LEVEN, DE HEMEL EN DE EEUWIGHEID” (Deel 5)

WEDERGEBOORTE; de vruchten van “het nieuwe land” (het nieuwe leven)

De bewijzen van wérkelijk léven zijn: vruchten.
Omdat nieuw en eeuwig leven uit Jezus de hoofdbron van “het nieuwe land” is, “groeien” er de allerbeste “vruchten”: geen tijdelijke maar eeuwige vruchten, vruchten van de Hemel.

Gij zijt wedergeboren, niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en blijvende woord van God.  (1 Petr. 1 : 23)

Als iemand beweert door het geloof in Jezus eeuwig leven te bezitten, dan zou men aan hem of haar kunnen vragen wat dan wel het bewijs van dat nieuwe leven is.
Men zou met recht aan hem of haar kunnen vragen “waar de vruchten zijn”.
Matth. 7 : 17 zegt immers:

Iedere goede boom brengt goede vruchten voort.

Met andere woorden: uit iedere goede bron moeten, glashelder zichtbaar, goede vruchten voortkomen.
2 Petr. 1 : 2 – 8 geeft enige vrucht-details:

Genade en vrede worde u vermenigvuldigd door de kennis van God en van Jezus onze Here. Zijn goddelijke kracht immers heeft ons met alles, wat tot leven en godsvrucht strekt, begiftigd door de kennis van Hem, die ons geroepen heeft door zijn heerlijkheid en macht; door deze zijn wij met kostbare en zeer grote beloften begiftigd, opdat gij daardoor deel zoudt hebben aan de goddelijke natuur. Schraagt om deze reden met betoon van alle ijver door uw geloof de deugd, door de deugd de kennis, door de kennis de zelfbeheersing, door de zelfbeheersing de volharding, door de volharding de godsvrucht, door de godsvrucht de broederliefde en door de broederliefde de liefde jegens allen. Want als deze dingen bij u aanwezig zijn en overvloedig worden, laten zij u niet zonder werk of vrucht voor de kennis van onze Here Jezus Christus.

Er is echt iets veranderd als Koning Jezus je “levensbron” is.
In 2 Petr. 1 : 1 – 8 zien we dat degenen die in het koninkrijk van Jezus “wonen” zelfs deelhebben aan ‘de goddelijke natuur’ (vergelijk buitenlanders die naar Nederland verhuizen en genaturaliseerd worden: ze worden 100% Nederlander en krijgen zodoende deel aan de “Nederlandse natuur” (= typische karakter-eigenschappen, maar ook rechten en plichten); na verloop van tijd is hun nieuwe natuur voor iedereen goed waarneembaar).

De gelovigen moeten hun nieuwe natuur in het dagelijks leven krachtig tot uiting brengen.
Bijvoorbeeld door middel van het vruchtdragen zoals Gal. 5 : 22 beschrijft:

De vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing.

Veel van de ‘Gal. 5 : 22’ – vruchten hebben betrekking op eigenschappen die iemand in “zijn oude leven” misschien helemaal niet bezat; bij “het nieuwe leven” horen een nieuwe instelling en een nieuwe gedragslijn.
Gal. 2 : 20 vat “het nieuwe leven” heel treffend samen:

Met Christus ben ik gekruisigd, en toch leef ik, dat is, niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij. En voor zover ik nu nog in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en Zich voor mij heeft overgegeven.

Paulus zegt hier eigenlijk: “Mijn oude leven stopt en nu leef ik het nieuwe leven met Christus: het eeuwige leven”.

(wordt vervolgd)

meer informatie:
https://www.frankouweneel.nl