BEVRIJDING In het hoofdstukje “slavernij (verslaving)” bespraken we enkele van de gevolgen van de zondeval…

EEN BIJBELSTUDIE VAN FRANK OUWENEEL: “VREDE, VRIJHEID EN GENADE” (Deel 7)
VRIJHEID
De meeste wereldbewoners zijn er vast van overtuigd dat ze in vrijheid leven; met klem proclameren ze aan iedereen die het maar wil horen: “Ik ben onafhankelijk; eigenlijk heb ik met niemand iets te maken. Ik doe wat ik wil !”.
Jammer.
Want het klopt niet.
De kranten en de tv-journaals bewijzen het onomstotelijk: de mens is een gewillige slaaf van de satan.
Dat is ooit wel anders geweest.
In een eerdere studie hebben we gezien dat de mens, nadat God hem geschapen had, 100% vrijheid genoot.
SLAVERNIJ (VERSLAVING)
Door echter naar satan te luisteren en God ongehoorzaam te zijn verspeelde de mens die vrijheid volledig, en kwam hij rechtstreeks terecht in satans gebondenheid. In het Nieuwe Testament, in Hebr. 2 : 14 en 15, kunnen we lezen:
De duivel heeft de mensen tot zijn slaven gemaakt.
Het Nieuwe Testament leert ons ook dat Jezus, gedurende Zijn omwandeling op aarde, diverse duivel-slaven ontmoette:
Toen Hij uit het schip ging, kwam Hem uit de grafsteden een mens tegemoet met een onreine geest, die verblijf hield in de graven, en niemand had hem meer kunnen binden zelfs niet met een keten, want hij was dikwijls met voetboeien en ketenen gebonden geweest en de ketenen waren door hem stukgetrokken en de voetboeien vernield, en niemand was bij machte hem te bedwingen. En voortdurend, nacht en dag, was hij in de graven en in de bergen, schreeuwende en zichzelf met stenen slaande. (Mark. 5 : 2 – 5)
Er kwam een vrouw tot Hem welke de satan achttien jaar gebonden had. (Luk. 13 : 16)
En zie, een Kananese vrouw uit dat gebied kwam tot Hem, en riep: Heb medelijden met mij, Here, Zoon van David, mijn dochter is deerlijk bezeten. (Matth. 15 : 22)
“Bezeten” betekent: “in bezit zijn van satan”, “slaaf zijn van satan” of “gebonden zijn aan satan”.
Na de zondeval werd de mens echter niet alleen slaaf van satan, hij werd ook een willoze slaaf van de zonde.
Gij waart slaven van de zonde. (Rom. 6 : 20)
De zonde heerste als koning. (Rom. 5 : 21)
Jer. 13 : 23 leert dat een mens zonder God absoluut niet het vermogen heeft met zondigen te stoppen, het is een verslaving:
Kan een Ethiopiër zijn huid veranderen, of een panter zijn vlekken ? Dan zoudt gij ook in staat zijn goed te doen, gij, die gewend zijt kwaad te doen.
Na de zondeval werd de mens echter niet alleen slaaf van satan, hij werd ook een willoze slaaf van de dood.
De mens was gedurende zijn hele leven door angst voor de dood tot slavernij gedoemd. (Hebr. 2 : 15)
Door de overtreding van de ene is de dood als koning gaan heersen. (Rom. 5 : 17)
Welke mens leeft er, die de dood niet zien zal, die zijn ziel zal redden uit de macht van het dodenrijk ? (Ps. 89 : 49)
Banden van de dood hadden mij omvangen, angsten van het dodenrijk hadden mij aangegrepen, ik ondervond benauwdheid en smart. (Ps. 116 : 3)
Na de zondeval werd de mens echter niet alleen slaaf van satan, hij werd ook een willoze slaaf van de ellende.
Er waren er, die in donkerheid en diepe duisternis zaten, gebonden in ellende. (Ps. 107 : 10)
Zij zijn met ketenen gebonden, gevangen in banden van ellende. (Job 36 : 8)
De ongelovige mensen op deze aarde zijn dus allerminst vrij en onafhankelijk; zonder dat zij het in de gaten (willen) hebben leven ze fulltime in 100% “slavernij”.
Gode zij dank behoeven we onze Studie hier niet te stoppen.
(wordt vervolgd)
meer informatie:
https://www.frankouweneel.nl