Ga naar hoofdinhoud

EEN BIJBELSTUDIE VAN FRANK OUWENEEL: “JEZUS CHRISTUS” (Deel 5)

ENKELE NAMEN VAN JEZUS CHRISTUS

De Here Jezus is zo’n geweldig Persoon dat Hij vele namen heeft: eeuwige namen en namen die Hij kreeg vanaf het moment dat Hij op aarde wandelde.
Laten we eens enkele eeuwige namen in de Bijbel opslaan:

En zij zingen het lied van Mozes, de knecht Gods, en het lied van het Lam, zeggende: Groot en wonderbaar zijn uw werken, Here God, Almachtige; rechtvaardig en waarachtig zijn uw wegen, Gij, Koning der volkeren.  (Op. 15 : 3)

Want een kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op zijn schouder en men noemt hem Sterke God.
(Jes. 9 : 6)

Wat hebt Gij met ons te maken Jezus van Nazareth. Zijt Gij gekomen om ons te verdelgen ? Ik weet wel wie Gij zijt: de Heilige Gods.
(Mark. 1 : 24)

Want een kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op zijn schouder en men noemt hem Wonderbare Raadsman. (Jes. 9 : 6)

Dat woord “Raadsman” verwijst naar het het woord “Middelaar” uit het Nieuwe Testament. We hebben die tekst in 1 Tim. 2 : 3 – 6 al eerder gelezen:

God die wil dat alle mensen behouden worden. Want er is één God en ook één middelaar tussen God en mensen: de mens Jezus Christus, die Zich gegeven heeft tot een losprijs voor allen.

De Here Jezus was de “Raadsman” en “Middelaar”: Hij heeft de ‘brug’ geslagen tussen God en mensen.

Laten we nu eens enkele namen in de Bijbel opslaan die betrekking hebben op Zijn omwandeling op aarde:

Maria zal een zoon baren en gij zult Hem de naam Jezus geven. Want Hij is het, die zijn volk zal redden van hun zonden.  (Matth. 1 : 21)

“Jezus”: “God is Redder”.

Geslachtsregister van Jezus Christus, de zoon van David.  (Matth. 1 : 1)

“Christus” betekent: “gezalfde Koning”.
De Here Jezus was inderdaad een koningskind; als mens was Hij “zoon van David”.
De hebreeuwse vertaling van het griekse woord “Christus” luidt: “Messias”.

Johannes de Doper sprak: ik heb gezien en getuigd, dat Jezus de Zoon van God is.  (Joh. 1 : 34)

In het Nieuwe Testament heeft de Here Jezus Zichzelf ook “namen gegeven”; Hij heeft zeven keer gezegd: “Ik ben…..”:

…..het brood des levens…..  (Joh. 6 : 35)

…..het licht der wereld…..  (Joh. 8 : 12)

…..de deur…..  (Joh. 10 : 9)

…..de goede herder…..  (Joh. 10 : 11)

…..de opstanding en het leven…..  (Joh. 11 : 25)

…..de weg en de waarheid…..  (Joh. 14 : 6)

…..de ware wijnstok…..  (Joh. 15 : 1)

(wordt vervolgd)

meer informatie:
https://www.frankouweneel.nl

Dit bericht heeft 0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *