Ga naar hoofdinhoud

EEN BIJBELSTUDIE VAN FRANK OUWENEEL : “GOD” (Deel 7)

GOD IS DICHTBIJ ONS

Het heerlijkst heeft God Zich aan ons geopenbaard in de Here Jezus. Let op deze Bijbeltekst:

En de engel sprak, Maria zal een zoon baren en men zal hem de naam Immanuël geven, hetgeen betekent: God met ons.  (Matth. 1 : 23)

Toen de Here Jezus op aarde wandelde, wandelde Hij daar als God Zelf. Daarom heette Hij niet alleen “Jezus”, maar ook “Immanuël”:  < God met ons > . Toen de Here Jezus op aarde verbleef, was tegelijkertijd God onder ons. God Zelf kwam naar deze aarde, als mens. Hij kwam niet als  < een heilig God > ; we zagen al eerder dat dan alle aardbewoners zouden zijn omgekomen. God heeft mensengedaante aangenomen en die Mens was Jezus Christus. Let maar op wat de Bijbel zegt:

Christus Jezus, in de gestalte van God zijnde (Hij was dus God gelijk), heeft het God gelijk zijn niet als een roof geacht (dat wil zeggen: de Here Jezus wás God; Hij hoefde Zich dat niet eigen te maken, zoals de satan heeft geprobeerd). Maar, Hij heeft Zichzelf ontledigd en heeft de gestalte van een dienstknecht aangenomen en is aan de mensen gelijk geworden. En in zijn uiterlijk als een mens bevonden, heeft Hij Zich vernederd en is gehoorzaam geworden tot de dood, ja tot de dood van het kruis.  (Fil. 2 : 6 – 8)

Zó diep is God afgedaald. Hij werd niet alleen mens, hij werd ook slaaf…..en Hij ging nog dieper: Hij ging in de dood, ja, zelfs in de dood van het Kruis.
Verder kon God niet gaan. Dat is hét bewijs van Zijn liefde.

Groot is het geheimenis der godsvrucht: God heeft Zich geopenbaard in het vlees.  (1 Tim. 3 : 16)

Dat wil zeggen: God is mens geworden. De Bijbel noemt dat een zeer groot mysterie.
God openbaarde Zich in Jezus Christus. 

Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, die aan de boezem des Vaders is, die heeft Hem doen kennen.  (Joh. 1 : 18)

Zó dichtbij is God gekomen; dichterbij kon niet.

Zo is diezelfde Allerhoogste en Almachtige, waarvan ik u gesproken heb, voor u en mij een schuilplaats geworden.

Wie in de schuilplaats van de Allerhoogste is gezeten, vernacht in de schaduw van de Almachtige. Ik zeg tot de Here: Mijn Toevlucht en mijn vesting, mijn God, op wie ik vertrouw.  (Ps. 91 : 1,2)

Diezelfde God Die boven alles staat, Die zo groot is dat de hemel der hemelen Hem niet kan bevatten, diezelfde God Die niets gering acht, is een veilige schuilplaats.

Vertrouw op God ten allen tijde, stort uw hart uit voor Zijn aangezicht. God is ons een schuilplaats.  (Ps. 62 : 8)

God kan alles. Hij is Almachtig, voor Hem is niets te wonderlijk. Die God mag ik vertrouwen, voor die God mag ik mijn hart uitstorten. Hij is mijn schuilplaats.

Doch allen, die Christus Jezus aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven om kinderen van God te worden, hun, die in Zijn naam geloven.  (Joh. 1 : 12)

Door de Here Jezus ben ik zelfs een kind van God, een kind van de Schepper van hemel en aarde, van de God Die boven alles is, Die de bron is van alles.
Ik mag Hem “Vader” noemen. De Here Jezus zegt na Zijn opstanding:

Ik vaar op naar mijn Vader en uw Vader, naar mijn God en uw God.  (Joh. 20 : 17)

Jezus zei ook:

Uw Vader weet wat gij nodig hebt, voordat gij Hem bidt.  (Matth. 6 : 8)

Wat een troost ! Ten tijde van een groot probleem in uw leven zou u zich kunnen afvragen: “hoe moet ik dat nu aan God vertellen ?”. Dan zegt de Here Jezus dat onze Vader weet wat wij nodig hebben voordat wij Hem bidden.
Zo dichtbij is God. Hij weet wat in uw hart leeft; God hoort uw hart kloppen. En God weet wat u nodig hebt.
Wat klinkt het niet bemoedigend als de Here Jezus zegt:

Hoeveel te meer zal uw Vader in de hemelen het goede geven aan hen, die Hem daarom bidden.  (Matth. 7 : 11)

Ik mag God de Allerhoogste “mijn Vader” noemen.

Gij hebt ontvangen de Geest van het zoonschap, waardoor wij roepen: Abba Vader.  (Rom. 8 : 15)

“Abba” is het Aramese woord voor “pappa”: de vertrouwelijke vorm. God is dus niet alleen onze Vader; wij mogen Hem “pappa” noemen. Dat is geen grapje. Bij die grote verheven God mogen wij als het ware op schoot zitten.
Dat is heel bijzonder.

En dat is allemaal mogelijk geworden door de Here Jezus. De Here Jezus heeft een Werk volbracht dat zo groot is dat God zegt: “Ik ben zo blij met het Werk van mijn Zoon dat Ik niets liever wil dan al die mensen, die vroeger zondaar waren en die door de Here Jezus tot Mij zijn gekomen, aan Mijn hart drukken en voor ze zorgen; Ik wil niets liever dan hun Vader zijn.

Laten we in diepe bewondering voor God de Vader en voor Zijn Zoon Jezus Christus aanbiddend knielen.

Meer informatie:
https://www.frankouweneel.nl

Dit bericht heeft 0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *