Ga naar hoofdinhoud

EEN BIJBELSTUDIE VAN FRANK OUWENEEL : “GOD” (Deel 3)

Waar woont God ?

Ps. 11 : 4 leert:

De Here woont in Zijn heilig paleis, de Here heeft in de hemel Zijn troon; Zijn ogen slaan gade, Zijn blikken doorvorsen de mensenkinderen. 

God woont dus niet onder de mensen, maar God woont in de hemel, in Zijn heilig paleis.

Onze God, Die zeer hoog woont.  (Ps. 113 : 5)

Het volgende is heel belangrijk:

Want in God leven wij, bewegen wij ons.  (Hand. 17 : 28a)

Dat wil zeggen dat de mens, gelovig of ongelovig, leven heeft uit God.
Het feit dat een mens beweegt en leeft, heeft hij van God. Elke baby die geboren wordt, krijgt het leven uit God. Mensen hebben het over ‘kinderen maken’; dat is behoorlijk aanmatigend, want elk kind dat geboren wordt, heeft het leven uit God want God ís leven. God heeft het leven niet gemaakt, God is het Leven Zelf. Toen Adam geschapen werd, lag hij als het ware levenloos op de grond; vervolgens heeft God in Adams neus geblazen waardoor de mens levend werd. En het feit dat mensen, dieren en planten leven, is een bewijs dat God werkelijk God is. Dus als iemand tegen u zegt: “waar kan ik God zien ?”, dan geeft u als antwoord: ”het feit dat u leeft, die boom daar staat en deze hond hier loopt, is het bewijs dat God leeft”.

Want in God leven wij en bewegen wij ons. Dus een van de bewijzen op deze aarde dat er een God is, is het feit dat er leven is. Uitsluitend in dit verband zouden we kunnen zeggen dat God “leeft” (woont) in elk levend wezen op aarde.

Hoe ziet God eruit ?
Ik heb er vroeger als kind vaak over nagedacht hoe God eruit zou zien. De Bijbel licht voor ons een tipje van de sluier op.

God ziet eruit als “een man”.

En de Here verscheen aan Abraham bij de terebinten van Mamre, terwijl hij op het heetst van de dag in de ingang van de tent zat. En hij sloeg zijn ogen op en zag, en zie, drie mannen stonden bij hem; toen hij hen zag, liep hij hen uit de ingang van zijn tent tegemoet, en boog zich ter aarde.  (Gen. 18 : 1 en 2)

Een van die mannen was de Engel des Heren, Die Abraham vertelde, dat hij een zoon zou krijgen.

God ziet eruit als “een vuurvlam”.
God verscheen aan Mozes als een vuurvlam, midden uit een braamstruik. Zie Ex. 3 : 2.

God in de hemel wordt altijd “omgeven door engelen”.

Ik zag de Here zitten op een hoge en verheven troon en zijn zomen vulden de tempel. Serafs stonden boven Hem; ieder had zes vleugels: met twee bedekte hij zijn aangezicht, met twee bedekte hij zijn voeten en met twee vloog hij.  (Jes. 6 : 1 en 2)

God ziet eruit als “blinkend metaal”.

De hand des Heren was daar op hem. En ik zag en zie, een stormwind kwam uit het noorden, een zware wolk met flikkerend vuur en omgeven door een glans; daarbinnen, midden in het vuur, was wat er uitzag als blinkend metaal.  (Ez. 1 : 3b en 4)

In het vervolg van Ez. 1 kunnen we lezen dat het metaal begon te profeteren tot Ezechiël. Het was God Zelf, Die hier sprak.

God ziet eruit als “edelstenen”.

En God die op de troon zat, was van aanzien de diamant en sardius gelijk; en een regenboog was rondom de troon, van aanzien de smaragd gelijk.  (Op. 4 : 3)

Ik zou nog een poosje door kunnen gaan; God is alles. God kan zich openbaren op allerlei verschillende manieren, en wel zodanig dat de mens door Zijn grootheid niet wordt verteerd. Want als God Zelf in ál Zijn heiligheid en in ál Zijn luister op aarde zou verschijnen, dan zou geen mens dat overleven.

Er is nog een ‘openbaring’ van God waardoor we kunnen weten hoe God eruit ziet. Misschien hebt u al enig idee. Er is Iemand aan Wie we kunnen zien hoe God eruit ziet. Wie dat is ? Dat is de Here Jezus.

Niemand heeft ooit God gezien, de eniggeboren Zoon, die aan de boezem des Vaders is, die heeft Hem doen kennen.  (Joh. 1 : 18)

De Here Jezus zelf zegt:

Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien.  (Joh. 14 : 9)

God is een drie-enig God.
Ook dat is iets wat we niet moeten trachten te begrijpen. Het is een mysterie waar we ons vol bewondering bij neer moeten leggen. Voorzichtig ga ik proberen u de drie-eenheid voor te stellen. God is  < drie Personen > : God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest. Aan de hand van dit figuur zou u zich dat voor kunnen stellen:

Ook uit de volgende tekst blijkt dat God bestaat uit verschillende personen:

In den beginne schiep God de hemel en de aarde.  (Gen. 1 : 1)

In de grondtekst van het Oude Testament staat daar niet “God” (enkelvoud) maar  “Goden” (meervoud; in het hebreeuws: “Elohim”). Er staat dus: “In den beginne schiepen Goden de hemel en de aarde”. Want de aarde is zowel door God de Vader als door God de Zoon als door God de Heilige Geest geschapen. 

De Zoon door wie God de wereld geschapen heeft.  (Hebr. 1 : 2 en 3)

De Geest Gods heeft mij gemaakt en de adem van de Almachtige doet mij leven.  (Job 33 : 4)

Daarom staat er ook in Gen. 1 : 26:

God zeide: Laat Ons mensen maken, naar Ons beeld, als Onze gelijkenis.

God is de Schepper.
Gen. 2 : 1 en 4:

Alzo werden voltooid de hemel en de aarde. Dit is de geschiedenis van de hemel en de aarde, toen zij geschapen werden. Ten tijde dat de Here God hemel en aarde maakte.

Want God sprak en het was er, God gebood en het stond er.  (Ps. 33 : 9)

Als wij een ruimte willen verlichten dienen we veel tijd te besteden aan het aanleggen van leidingen. God ”verlicht” op een wonderlijke wijze:

En God zeide: Er zij licht, en er was licht.  (Gen. 1 : 3)

God is Zelf Licht. God sprak en het was er, God gebood en het stond er. Dat moet u ook niet proberen te begrijpen, als christen moet u daar alleen bewonderend van zeggen: ”O God, wat bent U groot !”.

(wordt vervolgd)

Meer informatie:
https://www.frankouweneel.nl

Dit bericht heeft 0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *