Ga naar hoofdinhoud

EEN BIJBELSTUDIE VAN FRANK OUWENEEL: “GELOOF, BEKERING EN BEHOUDENIS” (Deel 8)

3x BEHOUDENIS

De Bijbel spreekt over 3 soorten ‘behoudenis’:

Behoudenis 1

Joh. 3 : 16 en 17:

Alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe. Want God heeft zijn Zoon niet in de wereld gezonden, opdat Hij de wereld veroordele, maar opdat de wereld door Hem behouden worde.

Behoudenis 1: eeuwige redding.
Joh. 1 : 12 deelt ons mee dat het geloof in de Zoon van God nóg een geweldige konsekwentie heeft:

Allen, die Jezus Christus aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven om kinderen Gods te worden, hun, die in Zijn naam geloven.

God is onze Vader geworden !
En Joh. 14 : 2 en 3 vertelt mij dat ik daarom thuishoor in het “Vaderhuis”:

Jezus sprak: Ik ga heen om u plaats te bereiden in het Vaderhuis; en wanneer Ik heengegaan ben en u plaats bereid heb, kom Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat ook gij zijn moogt, waar Ik ben.

De Here Jezus is al in het Vaderhuis en Hij roept ons als het ware toe: “Hou nog even vol; Ik kom je spoedig halen !”.
Totdat Jezus terugkomt, moeten wij dus nog hier op aarde blijven.

Behoudenis 2

Maar let goed op:
Als wij kinderen zijn van God de Vader, dan dienen wij ons nú al overeenkomstig die hoge positie te gedragen (naar de normen van het Vaderhuis). Adeldom verplicht !
Daarom zegt 1 Petr. 1 : 17:

Als gij God als Vader aanroept, wandelt dan in vreze de tijd uwer vreemdelingschap.

“Vreemdelingschap” betekent dat we in deze wereld “vreemdelingen” zijn (immers: ons “thuis” is het Vaderhuis en we zullen daar spoedig zijn !).
In verband hiermee vermaant Paulus ons in Ef. 5 : 15: 

Ziet dus nauwlettend toe hoe gij wandelt.

Fil. 2 : 12 leert ons dat we op deze aarde in ons christelijk gedrag duidelijk moeten laten zien dat we behouden zijn:

Bewerk uw behoudenis met vreze en beven.

Velen gebruiken deze tekst om te verkondigen dat je nooit zeker kunt weten dat je voor eeuwig gered bent, maar dat je “met vreze en beven” maar moet “afwachten”.
Hier staat echter heel wat anders:
omdát je een kind van God bent (en in het Vaderhuis hoort) moet je “bewerken” (letterlijke betekenis: “je ergens volledig voor inzetten“) dat je jezelf gedráágt als een gered kind van God. Het christelijk leven gaat lang niet altijd vanzelf, het kost soms moeite. “Vreze en beven” betekent: “met groot respect en eerbied in alles rekening houden met God”.

Maak het aan iedereen bekend dat je door het geloof voor eeuwig behouden bent !
De Here Jezus zegt in Mark. 16 : 16a dat de doop daarvan het mooiste getuigenis is:

Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden…..

Hier onderwijst Jezus twee belangrijke principes:

a) Door het geloof is een mens voor eeuwig gered (= Behoudenis 1).
Opmerking:
Mark. 16 : 16b leert dat een mens alleen verloren gaat als hij “niet gelooft”:

…..maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden.

Let op: over “niet gedoopt” wordt hier geenszins gesproken. Immers: de moordenaar aan het kruis was ook niet gedoopt; toch laat Jezus
hem duidelijk weten dat hij “heden met Hem in het paradijs” zou zijn (zie Luk. 23 : 43).

b) Door de doop proclameert een gelovige aan allen die het willen zien en horen dat hij voor eeuwig behouden is. Met andere woorden: voor de wereld is een gelovige pas ‘behouden’ als hij gedoopt is (= Behoudenis 2).

Behoudenis 2: uit ons getuigenis hier op aarde en uit ons gedrag hier op aarde moet blijken dat wij voor eeuwig gered zijn.
In Fil. 1 : 27 roept Paulus ons dan ook op “een leven te leiden dat het evangelie van Christus waardig is”.

Behoudenis 3

We lezen nogmaals Joh. 14 : 2 en 3:

Jezus sprak: Ik ga heen om u plaats te bereiden in het Vaderhuis; en wanneer Ik heengegaan ben en u plaats bereid heb, kom Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat ook gij zijn moogt, waar Ik ben.

Let op de zin “opdat ook gij zijn moogt, waar Ik ben”.
Er zal dus een moment komen dat wij, die in Jezus geloven, in het Vaderhuis zullen zijn.
Er is echter een probleem: ons zondige lichaam kan het absoluut reine en heilige huis van God de Vader niet binnengaan. Om in het Vaderhuis te kunnen wonen, hebben we een compleet nieuw lichaam nodig. Daarom zal de Here Jezus ons, als Hij ons tot zich neemt, ‘verlossen’ (de Bijbel vertaalt ook: ‘behouden’) van ons aardse lichaam:

Wij zijn burgers van de hemel, waaruit wij de Here Jezus Christus als verlosser (behouder) verwachten, die ons vernederd lichaam veranderen zal, zodat het aan zijn verheerlijkt lichaam gelijkvormig wordt.  (Fil. 3 : 20 en 21)

Behoudenis 3: lees Paulus’ samenvatting in Rom. 8 : 23 en 24:

Wij zuchten bij onszelf in de verwachting van de verlossing van ons lichaam.
In die hoop zijn wij behouden.

(wordt vervolgd)

meer informatie:
https://www.frankouweneel.nl